Waarom talentmanagement net tuinieren is (en 5 tips om dat goed te doen)

Waarom talentmanagement net tuinieren is (en 5 tips om dat goed te doen)

Een prachtige tuin die het hele jaar door groeit en bloeit, wie wil dat nu niet? Mieneke van der Wal, managing director bij De Beukelaar Groep, weet hoe je dat voor elkaar krijgt; ze heeft immers net zo’n tuin (met huis) gekocht. Ze ziet in die groene oase een mooie metafoor voor talentmanagement.

Het nieuwe huis is fijn, maar Van der Wal viel vooral voor de tuin van ruim een hectare. Een tuin die jarenlang met veel liefde is verzorgd door de eigenaresse, een negentigplusser. “Ik zie helemaal voor me hoe zij op haar 92-jarige blote knietjes zorgvuldig de planten verzorgde.”

 

Een val maakte abrupt een einde aan de relatie tussen het oude besje en haar tuin; ze moest naar een verzorgingstehuis en een jaar lang woonde er niemand op haar plekje. Totdat Van der Wal en haar gezin het kochten en nu met evenveel liefde de tuin weer helpen groeien en bloeien. Om er weer een goed thuis van te maken voor bomen, planten, bloemen, vogels en insecten.

 

Diversiteit als kracht

Van der Wal is van origine relatie- en gezinstherapeut en naar eigen zeggen ‘enorm gefascineerd door onderlinge relaties’. “Maar dan vooral binnen groepen die niet voor elkaar hebben gekozen”, vertelt ze. Ze studeerde later sociaal-organisatorische bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit, werkte in een zorgorganisatie als ‘interne veranderaar’ en werd zzp’er. In 2019 nam ze consultancybureau De Beukelaar Groep over.

“Als je impact wilt maken,mmoet je met een grotere groep werken, ontdekte ik als zzp’er. Dus ging ik op zoek naar een organisatie waarbij ik me kon aansluiten”, vertelt Van der Wal. “Maar dan wel eentje waarin diversiteit wordt gezien als een kracht. ​​Verschillende perspectieven zijn van essentieel belang voor een cultuur van innovatie, continu verbeteren en kennis delen. En als een team echt divers is, wordt het uniek; een groep vanwaaruit originele ideeën stromen.”

Voor haar is dat de reden dat ze binnen haar bedrijf hierin investeert. “Alleen een groep mensen die hetzelfde probleem vanuit verschillende perspectieven bekijkt, kan met een echt unieke en diepgaande oplossing komen. En dat helpt bij het doel van de Beukelaar Groep: beweging brengen in organisaties, daar waar het is vastgelopen.”

 

Fixed of growth?

Terug naar de tuin, want in het tuinieren ziet ze mooie parallellen met haar werk. “Beweging brengen in organisaties kun je onder meer doen door het natuurlijke voorkeursgedrag van medewerkers in kaart te brengen. Waar krijgt een medewerker energie van? En hoe kunnen we optimaal gebruikmaken van het talent van de medewerker? Goed talentmanagement is als goed tuinieren.”

Van der Wal onderscheidt twee manieren waarop je naar talent kunt kijken. “De ‘grondstofbenadering’ gaat uit van talenten optimaal benutten. Daar heb je in eerste instantie veel aan, maar op een gegeven moment zijn de grondstoffen uitgenut. In veel organisaties wordt zo gekeken naar medewerkers, maar duurzaam is het niet. Als je de tuin gebruikt als metafoor, zou je kunnen zeggen dat je bij de grondstofbenadering - de

fixed mindset - kiest voor een tuin met lekker veel tegels en worteldoek eronder, zodat je geen last hebt van onkruid. Veel dezelfde planten betekent weinig biodiversiteit. Prettig in het onderhoud, maar uiteindelijk krijg je daardoor juist overstromingen en draagt het niet bij aan een gezond ecosysteem.”

 

“Een andere manier van kijken naar talenten is het zien als natuurlijke kenmerken die in mensen zijn aangelegd”, vervolgt Van der Wal. “Talenten zijn van oudsher omschreven als eigenschappen die een mens als waardestukken in bruikleen krijgt om het leven mee te leven, doorgegeven via genen van ouders en voorouders. Talent als aangeboren eigenschap is dan ook de meest pure vorm van het begrip talent. Bij deze kijk op talent vanuit een growth mindset richt je de tuin (de organisatie) zo in dat alles natuurlijk groeit en bloeit. Dat iedere plant zijn eigen unieke plek heeft en datgene krijgt wat hij nodig heeft om zijn volle potentieel te laten zien. Dat vraagt plantenkennis (lees: kennis van je medewerker) en kost meer tijd, maar zo blijven je planten (en medewerkers) duurzaam gezond.”

Geen quick fix wel tips

Van der Wal ziet dat veel organisaties zoeken naar een quick fix als het gaat om talentmanagement. “Het vraagt op alle niveaus een diep besef dat ieder mens uniek is en andere behoeften heeft. Dit uitgangspunt zou je dan ook terug moeten zien in grondhouding, besluitvorming en beleid door de hele organisatie.” Ze geeft hieronder geen quick fix - iedere organisatie is immers uniek - maar deelt wel haar beste ‘tuiniertips’.

  1. Observeren. Als je niks doet aan een tuin krijg je wildgroei. De planten die het makkelijkst groeien, overwoekeren de rest. Ze pakken van nature hun ruimte. Het is belangrijk dat je bij zo’n verwilderde tuin eerst goed gaat kijken, bijvoorbeeld waar het licht binnenkomt, welke vaste planten er staan, waar de vogels en vlinders zitten en hoe alles samenwerkt. Dan kun jij voorwaarden creëren om het volle potentieel van de tuin te benutten. Zo is het ook met mensen. Iedereen heeft talenten - waardestukken - meegekregen bij zijn geboorte. Als mensen alles kunnen laten zien wat ze in zich hebben, zijn ze het meest van waarde voor je bedrijf. Dan zijn ze efficiënt, vrolijk, minder snel ziek en bereid een stap harder te lopen.
  2. Investeren. Uit mijn oude tuin heb ik hortensia’s gehaald die ik wilde meenemen naar mijn nieuwe tuin. Ik heb ze uitgegraven, herplant en nu verzorg ik ze dagelijks met liefde, mest en water. Ik geef ze tijd om te wortelen, zodat ze uiteindelijk weer bloemen gaan geven. Vaak wordt van mensen die nieuw in een organisatie binnenkomen verwacht dat ze meteen mooie bloemen geven. Maar ook zij moeten eerst goed wortelen om te kunnen groeien. Dus is het belangrijk dat je kijkt naar wat die persoon op dat moment nodig heeft en dat je in diegene investeert. Als iemand goed is geaard, kan hij ook tegen een stootje als de omstandigheden een keer minder gunstig zijn dan anders. Af en toe achteroverleunen, en genieten van al het moois om je heen, mag. Maar tuinieren is ook hard blijven werken. De echte kracht van al die bloemen, planten en bomen zit diep in de wortels, die moet je sterk maken én houden.
  3. Inzicht. De hortensia’s die ik heb herplant, zijn moeilijke dames. De hedera (klimop) heeft juist niet zo veel moeite om te aarden en bloemen te geven. Zelfs de plek waar je haar zet, maakt weinig uit. Maar zo zijn niet alle planten, de een heeft zon nodig, de ander schaduw etc. Om te zien wat je mensen nodig hebben om hun volle potentieel te benutten en te groeien, kun je de TMA Talentenanalyse inzetten. Bovendien krijgen mensen zo beter inzicht in zichzelf; vaak ligt het natuurlijke voorkeursgedrag in het onbewuste.
  4. Diversiteit. Als je het hele jaar wilt genieten van je tuin, is er diversiteit nodig. Planten die in de volle zon willen staan, planten die genoegen nemen met de schaduw, planten die vroeg bloeien, planten die laat bloeien, planten die het hele jaar door groen blijven, bodembedekkers die het onkruid tegengaan… Het laatste wat je wilt is een homogene tuin. Of een homogene organisatie. Een grote diversiteit maakt de organisatie gezonder en medewerkers effectiever.
  5. Leiderschap. Uiteindelijk is een goede tuin een ecosysteem waarin de verschillende elementen elkaar versterken. We zetten in die tuinen bloemen, planten en bomen die niet voor elkaar hebben gekozen. Dan heb je een goede tuinierder nodig met oog voor al die elementen, zodat de tuin toch een geheel wordt. Managen is als tuinieren, het is een vak waarin je steeds beter kunt worden. Hoe beter de tuinierder, hoe mooier de tuin. Hoe beter de manager, hoe gezonder de organisatie.

Geen alternatieve tekst opgegeven voor deze afbeelding

Komen je medewerkers niet tot volle bloei? Ben je nieuwsgierig naar het potentieel van jouw medewerkers en de organisatie? Mail voor meer informatie naar info@debeukelaargroep.nl. Voor meer informatie over de TMA Methode mail je naar info@tma.nl.